Talent, 12 november 2011
31-07-2012 22:04
Toen mijn zoon overging van het basisonderwijs naar het voortgezet onderijs, maakten wij kennis met een geheel nieuw fenomeen. Niet alleen voor ons, evenzo voor de school. Wat bij mijn dochter nog de naam keuze curriculum had, werd omgetoverd tot talentklas. Het eerste klonk nog wel interessant. Het had iets met Latijn, dacht ik. En mijn meisje van twaalf jaar kreeg dat toch maar! Het stelde niet veel voor.
Om de zes weken kregen ze de keus de volgende periode aan een onbekend vak te snuffelen. Een leuk idee. Het zwakke punt zat ‘m in dat kiezen. De minder getalenteerde, gemakzuchtige, ongeïnteresseerde en ronduit luie leerlingen kozen de lanterfantvakken. Natuurlijk hoorde mijn dochter daarbij. Zij had geen idee wat welk vak inhield en je kiest niet voor het onbekende en ongewisse als je mijn genen bezit. Wat mij betreft schoot dit lesonderdeel om die reden zijn doel voorbij. Wij hoopten dus, dat de talentklas meer te bieden had.
Mijn zoon, met overeenkomstige genen als zuslief en moeders, wist het niet. Het kwam er op neer, dat hij helemaal niet koos. Toen het briefje ingeleverd moest worden, pushte wij als ouders hem te kiezen voor de multitalentklas. Zo’n woord beloofd nogal wat, naar mijn idee. Het werd een ramp en het lukte de school maar niet, om er inhoud aan te geven dat eerste jaar. Het werd afgeschaft. De leerlingen mochten een ‘andere richting’ kiezen. Hij koos voor sport, de lefgozer, dat betekende in elk geval geen huiswerk. Nou, daar heb je wel wat spierpijn voor over. Binnen drie maanden had hij een liesblessure, opgelopen tijdens een potje voetbal in de pauze met zijn vrienden. Hij bleek helemaal geen sporttalent te bezitten, wat we allang wisten natuurlijk. Ook hier bleken moeders genen te zegevieren. Liever lui dan moe. Natuurlijk deden wij ons best onze kids te stimuleren zich wat ondernemender op te stellen. Tevergeefs. Krijg die kinderen van mij maar eens gemotiveerd! Bij voorbaat vergeefse moeite. Alweer een aardje naar hun…
Vanmorgen las ik in de krant, dat ons zestienjarige buurmeisje van twee huizen verder, zich gekwalificeerd heeft voor het NK judo. Hartstikke leuk maar ook erg AU! Haar zus studeert medische wetenschappen en wil chirurg worden. Ons naaste buurmeisje en de buurjongen van twee huizen verder de andere kant op, studeren aan het conservatorium. Ik heb ze allemaal als baby in mijn armen gehad en nu…wauw! En mijn kinderen dan? Hoe zit dat met de verdeling van talenten? Ik bedoel, wij wonen in hetzelfde rijtje! Of hebben wij hun talenten nog niet ontdekt en dus niet kunnen stimuleren. Daar geloof ik niet in. Ze zijn middelmatig. Vallen niet op. Steken nergens boven uit en gedragen zich te terughoudend en bescheiden en worden dientengevolge zelfs over het hoofd gezien. Waarom steekt dat bij mij? Is het niet goed genoeg?
Talentloos, net als ik. Ach wat! Wij zijn gewoon de middenmoot, de opvullers en aangevers. Wij maken de voorzetten, waardoor anderen kunnen scoren. Zonder ons zouden er geen sterren bestaan, geen talenten de ruimte hebben zich te ontwikkelen. Zonder ons, zou er een groot mankement in de maatschappij zijn en als een blokkentoren omvallen.