Spijt - Kansen, 17 september 2011

17-07-2012 21:04

Iedereen kent ze wel. Die gebeurtenissen waar je vroeg of laat echt spijt van krijgt. Zolang je er nog iets aan kunt veranderen, doen!

Hoe ouder ik wordt, hoe meer ik twijfel aan de oprechtheid van de mens. In het bijzonder in beloftes die gemaakt worden. Daar vorm ikzelf geen uitzondering op. Ze zijn zo makkelijk te maken, beloftes. Op momenten van emotionele kwetsbaarheid voelen ze goed en oprecht. Maar er gevolg aan geven staat op een heel ander plan. Het moment kort na de belofte komt er al vaak een verandering in de intentie, het moment waarop je je emoties nog eens goed onderzoekt met een objectievere kijk. Eigenlijk bestaat alles uit aaneengeregen momenten.

Ik heb er lering uit getrokken en breng mijn ‘beloftes’ genuanceerd. Het zijn geen lanceringen meer van stellige uitspraken. Kom ik beloftes niet na, dan komt dat als een boemerang terug en slaat in als een bom.

Drie dagen geleden kreeg ik er een terug. Pijnlijk. Ik ga mijn mogelijke reacties na en ontdek dat mijn eerder gemaakte belofte heel erg gemeend was. Er zijn geen excuses voor mijn nalatigheid. Daar moet ik iets in doen. Alsnog de belofte nakomen, kan niet. Het enige dat mij rest is er iets tegenover stellen. Niet als excuus, maar om te laten zien hoe oprecht ik het meen.

Piet en Janneke. We ontmoetten elkaar twintig jaar geleden op een rondreis door de schitterendste gebieden van Turkije. Waaronder uiteraard Pamukele en Cappadocië. In een woord fantastisch, mede door het gezelschap van Piet en Janneke. Wat voelden wij elkaar feilloos aan. Wat sloten onze kijk op de dingen, ons waarnemingsvermogen en humor op elkaar aan. Wat een plezier hadden we, ook stiekem om anderen in het gezelschap. Wat heb ik gelachen.

Ze woonden in Groningen, niet naast de deur, maar we namen ons vast voor elkaar weer te zien. Piet, net met pensioen had de nodige momenten in het jaar waarop hij het Westen bezocht. Janneke ging graag met hem mee. Zo stonden ze weleens onverwacht voor de deur. De bekende klik was er steeds. Ze kwamen nooit ongelegen, zo werkt dat met mensen waar je van houdt.

Wij bezochten hen ook een enkele keer. We hadden nog andere vrienden in Groningen, in Vlagtwedde. Daar logeerden we minstens twee maal per jaar en dat was een mooie gelegenheid om te combineren met een bezoekje aan Peter en Anneke. Onze kids waren inmiddels geboren en ons leven veranderde snel. Ze kwamen zelfs nog op kraambezoek na Teske’s geboorte. Uiteindelijk hadden we niets gemeenschappelijks meer. We zagen elkaar jaren niet meer net als onze oud-vrienden uit Vlagtwedde.

Toen ik twee jaar geleden een verrassingsfeest voor Lief organiseerde, nodigde ik ook Peter en Anneke uit. Wat zou Lief dat leuk vinden als ze kwamen, net als ik. Piet, inmiddels flink op leeftijd kwam het huis liever niet meer uit. Ze schreven een hele lieve mail en stuurden op de dag van Liefs’ feest een te gekke kaart. Een kaart, die alleen van hen kon komen.

Ik wilde ze zo graag nog eens zien toen het contact eenmaal opnieuw gelegd was, en beloofde hen binnen een half jaar te bezoeken. Onze ‘vrienden’ uit Vlagtwedde waren wel op het feest. Wat leuk, zo’n hernieuwd contact. Een doorstart, zeg maar.

Een half jaar later werden er concrete plannen gemaakt om naar Groningen te gaan. Een weekje in een huisje met als insteek onze vrienden van daaruit te bezoeken. De kids wilden niet en Lief en ik hadden serieuze gezondheidsproblemen. We gingen niet. Ook naderhand niet meer, helaas.

Piet overleed drie dagen terug. Viel, brak een paar nekwervels, raakte meteen in coma en weg was hij. Piet hield niet van poespas en stierf dan ook op zijn ‘eigen wijze’. Zo karakteristiek. Het was hem gegund. Een goed eind na een goed leven. Bijna een feestje waard.

Wat had ik een spijt, dat we elkaar niet meer ontmoetten. Over twee dagen is de crematieplechtigheid en condoleance. Ik wil erheen. Daar hoef ik geen seconde aan te twijfelen. Nog eenmaal in zijn sfeer verkeren, iets moois op zijn kist leggen en Janneke een paar dikke knuffels brengen. Wat fijn, dat ik deze kans nog krijg, dat ik hem zie, en weet aan te grijpen.