Het lezen van onderstaande is geheel voor eigen risico. Waarschuwing: het kan de gezondheid aantasten. Er kan geen enkel recht aan worden ontleend.
Mijn huidige gemoedstoestand is al een week bezig op te rukken. De signalen, die ik afgeef zijn blijkbaar niet duidelijk genoeg. Geen hond die een reactie geeft. Dus vraag ik me af, of er wel mensen zijn die echt lezen wat er staat. Die begrijpen wat ik bedoel. Ik word alsmaar bozer.
Nancy’s niets ontziende reactie galmt binnenin mijn schedel. “Ik kan niet in hoofden kijken”, klinkt het. Nee vriendelijke vijand, dat snap ik ook wel. Maar hoe kun je om steun vragen als je er geen idee van hebt wat kan helpen. Als je niet weet wat je nodig hebt. En de wetenschap bestaat, dat de dingen toch onvermijdelijk voortgang hebben.
Niemand, die een reikende hand biedt. Niemand die...*krachtterm. Elk minuscuul hobbeltje tegenslag of frustratie is het begin van een berglandschap van ongekende afmetingen. En nu, na een paar dagen zit ik er middenin. Haat, razernij en vernielzucht zijn almachtig. En ik? Ik ben het helemaal met ze eens. *Krachtterm 2x!
Ik wil alleen nog kapot maken. Alles wat op stapel staat of wat is, van me afslaan. Bitterheid toelaten. Oorlog. Ja, de angst van vorige week is over. Vervangen door oorlogszucht. Ik wil huishouden. *Krachtterm.
Er moeten deze ochtend een aantal dingen gedaan worden, buitenshuis. Briesend kom ik uit bed en schiet onmiddellijk mijn kleren aan. Tandenpoetsen en wassen deed ik al twee dagen niet; daar kan er best nog een dag bij. Het zeikt van de regen, dus wil ik met mijn auto zo dicht mogelijk bij de winkels zien te komen.
Eerst naar Hoogvliet. Er moet een pakje verstuurd worden en een paar noodzakelijke boodschappen in huis gehaald worden. Toos doet dat steeds, die boodschapjes. Een echte stimulans om het zelf te doen! In de straat voor de straat om Hoogvliet in te kunnen staat al een rij stilstaande auto’s. De kerk tegenover Hoogvliet luidt zijn klok, dus weet ik wel hoe laat het is. *Krachtterm, er zit geen beweging in. Ik geef een klap op de claxon. Luid en duidelijk en met het gewenste resultaat. Ik kan tussen mijn voorgangers door. Ik ga hier echt niet op staan wachten en kom later wel terug. Eerst naar de apotheek nu.
Het hoost. Meteen naar de parkeerplaats voor de apotheek. Vol. Even wachten dan maar. Gaat meestal wel vlot. Nu dus niet. *Krachtterm. Dan maar naar het parkeerdak boven de Aarhof. Altijd plaats genoeg, maar moet wel een stukje door de regen lopen. En daar heb ik toch geen zin in!
Een heel pesteind omrijden om er te kunnen komen. Een groots plan om het stadshart andermaal te vernieuwen, geeft veel overlast voor het verkeer. In het bijzonder het verkeer met chauffeurs als ik. Tegen de verwachting in, loopt de weg erheen soepel. Ik heb een plaats in gedachten om mijn auto te parkeren op het parkeerdak. *Krachtterm. Is er pakweg de helft van de parkeergelegenheid afgezet. Gewoon ontoegankelijk! *Krachtterm. Ik zie zo snel geen redelijk alternatief en het wordt me teveel. Een stroom aan krachttermen stuwt uit mijn mond. Hardop schreeuw ik ze uit aan iedereen die het maar horen wil, of niet. Ik heb wel zin in ruzie. Dit pik ik niet. Ik ga terug. Weg van hier. Dan maar geen pillen.
Toch nog maar naar Hoogvliet. De straat kom ik wel in, al is het pisdruk. Wat moeten al die mensen hier? Laat ze thuisblijven met dit weer. Het is morgen pas zaterdag! Rot op allemaal. De afslag om het parkeerdak op te kunnen staat vol. Nou ja, dat gaat meestal wel snel. Bovendien zit ik droog. *Krachtterm 3x. Gaat de slagboom niet open! Woest keer ik om. ’t Kan me niet schelen wie of wat ik raak, maar ik moet de buitenwereld niet meer.
Goed, ik heb nog veertig minuten de tijd voor Lief thuiskomt. Misschien net genoeg om de betaling rond te krijgen, voor de gisteravond online bestelde partij valium. *Krachtterm 5x. Nee hoor, ik ben er weer ingeluisd. Wel al mijn creditcard gegevens ingevoerd, maar kunnen betalen, ho maar! De meest onzinnige meldingen flitsen voor mijn ogen voorbij. *Krachtterm. Weer niet gelukt. Wat moet ik zonder valium?
Ik moet m’n razernij bedwingen. Maar in mijn hoofd wordt het alleen maar erger. Wat heb ik aan anderen? Iedereen verdwijnt op z’n tijd.
De populatie op de site is volledig veranderd en ik heb vrijwel geen contact meer met mijn zogenaamd virtuele vrienden. Ik heb ook niet veel zin meer om me in te zetten voor anderen op de site, op een enkeling na. Ze kennen me niet eens. De mensen die ik ontmoet heb, moet ik niet meer.
Francien moet ik straks weer loslaten en een nieuwe therapie aangaan. Ik ben totaal niet gemotiveerd. De afstand tussen mijn ‘boek in wording’ en mij wordt gevaarlijk groot. Nog even en ik heb er niets meer mee. En dan heb ik er ook absoluut geen zin meer in om mee verder te gaan. Trouwens, er is toch geen hond, die het zal willen kopen. Zeker niet, als al mijn ‘contacten’ die ik nu nog heb, verbroken zijn. Ik lig in bed en wacht op Toos. PILLEN! Ik legde alvast een briefje voor haar op tafel. Weet ze hoe en wat.
Ha, daar is ze. Zij doet de boodschappen en ik slaap tot 18.30 met onder andere, behulp van valium.