Pauze, 4 april 2012

03-08-2012 20:13

Of ‘time out’, of what’s in a name. Het komt hier op neer: even een korte opname. Om tot rust te komen? Nou nee, meer om úit mijn rust te komen. Dag-nachtritme, dagstructuur, dus eigenlijk alles op z’n tijd, zoals gebruikelijk schijnt te zijn. Een goede aanloop naar de acute dagopvang (hierna ADO), waar ik dinsdag deel van ga uitmaken gedurende zes weken. Opnieuw in de Keerkring in Oegstgeest.

 

Het begint meteen al: morgen om 8.00 uur opstaan en 8.45 gezamenlijk ontbijt. En dan! Hemeltje lief een hele dag voor me. Een dag om dingen in te doen (pff).

Ik ben nog geen twee uur binnen, en kan zeker al tien schema’s maken. Niet te geloven. Wie ben ik in vredesnaam. Iets, dat ik me nooit hoef af te vragen, omdat ik dat doodgewoon stel naar gelang mijn stemming. Arm thuisfront. Weg rust. Hallo stress en angst.

 

Ik krijg een kamer toegewezen op de afdeling ‘zwaardere gevallen’, maar verblijf op de andere gesloten afdeling. Geen idee of ik nou op een of twee zit. Ik ben al blij als ik m’n kamer in een keer weet te vinden. In de avond gaat de deur tussen beide afdelingen dicht. Nou ben ik nogal een draaikont, dus ga even op mijn kamer iets halen. Dat kan nu dus niet zomaar. De deur wordt door de verpleging geopend, ik kom terecht in mijn kamer en ben acuut vergeten wat ik kwam doen. Ik kan er met geen mogelijkheid opkomen. Ik weer terug. Weer die deur. Even later, ja hoor! Het schiet me te binnen. Ik stel het nog maar even uit, maar mijn kamer is nu eenmaal dáár. Kan ik er wat aan doen? Toch maar weer ‘storen’. Dit is niet handig. Zo durf ik straks niet nog eens naar mijn kamer. Ik stel naar de verpleging, dat dit wel erg onhandig is en daar zijn ze het mee eens. ’s Avonds dus op de afdeling ‘zwaardere gevallen’.

 

Zo stil en gespannen het aanvoelt op, zeg maar, afdeling een waar weinig wordt gepraat, zo rumoerig het is op afdeling twee. Hier zijn hoofdzakelijk mannen. Gewoon aardige, vriendelijke mannen. De een loopt voortdurend voor zich uit mompelend heen en weer, de ander ziet er zo lief en kwetsbaar uit en ondertiteld GTST met steeds dezelfde zin: ‘Goed geacteerd, zeg’ Een lange zeer magere jongen (jong zijn ze in mijn ogen allemaal), stelt zich aan mij voor en schrikt van mijn ‘stevige’ handdruk. Hij herhaalt het

nog een paar keer. Een stevige handdruk, van mij? Ach, arme jongen, wat mankeer je.

 

Het is een in en uitlopen, want er moet veelvuldig gerookt worden. Er is ook een vrouw op de afdeling. Heen en weer dreutelend en mompelend komt ze af en toe in beeld. Vanmiddag huilde ze. Ik kreeg meteen de behoefte om naar haar toe te gaan en haar steun aan te bieden. ‘Hallo, je bent niet op de site hoor!’ krijg ik het commentaar. Ik moet me bedwingen. Daar ben ik hier niet voor. Vanavond hoor ik haar ook regelmatig dat huilgeluid maken. Ik begin te twijfelen. Is het wel huilen? Het lijkt erop dat er weinig nuance is tussen huilen en lachen. Ja, dat kan op een plek als deze. En een lief uitziende jonge vrouw, volslank. Niet zo dik als ik. Ze loopt de hele dag met een hoog stemmetje te lachen. Manisch, of in die buurt, vermoed ik. Ze ziet er blij en gelukkig uit: dat moet fijn voelen. Maar als het omslaat, pff…

 

Uiteindelijk blijf ik alleen op de afdeling achter. De mannen roken nu continue, zo lijkt het. Blijkbaar sluiten de onderwerpen van hun gesprek ook op elkaar aan. Iets, dat ik absoluut niet kan volgen. Ten eerste versta ik de meesten niet en daarnaast praten ze ook steeds door elkaar heen. Schijnbaar onbewust van de aanwezigheid van hun omstanders. Schiet mij maar lek!

Ik ga naar mijn kamer en haal alvast mijn Seroquel op. Mooi niet dus. Ter plekke innemen. Maar ik wil nog helemaal niet slapen. Ik heb het iets minder voor het zeggen hier. Ik ga lekker in bed zitten schrijven.

 

Het is nu 23.00 uur en ik moet morgen zo vroeg op voor een lange, lange dag. Nu dan toch maar m’n medicatie gaan innemen.

C’est ca!