Miskleun, 21 november 2011
31-07-2012 22:35
Het is zover. Vandaag begin ik aan de schematherapie.
Een ondersteunend mailtje van Jacqueline vanmorgen, doet me erg goed. Als het moeilijk wordt zal ik het me voor de geest halen. Dat moet helpen. Alle ochtendhobbels heb ik al genomen. En nu dus moe. Tijd om weer naar bed te gaan en hij trékt toch! Het kan nog even, maar of ik er dan nog uitkom? Te risicovol. Nu, een uur voor vertrek beginnen mijn oksels vochtig te worden en mijn handen en voeten koud. Gezonde spanning, denk ik. Zolang ik me geen voorstelling maak van ‘de groep’, voel ik weinig stress en angst. Maar dat kan niet zo blijven, ik moet er toch in vandaag. Nog een klein half uur om door te komen.
De weg weet ik in grote lijnen wel, maar TomTom gaat toch maar mee. Voor de details, of als ik in paniek mocht raken. Ik ben er helemaal klaar voor. Goh, anders lag ik nog ik bed!\
Het is mistig. Al dagen achtereen. Maar geen belemmering voor mij. Als ik door een kuil rijd of over een hobbel (met hetzelfde effect), duvelt Tom weer op de grond. Hij wil vast paniekzaaien. Nou, mooi niet! Op z’n kop op de mat aan de passagierskant, kletst ie gewoon door. Laat maar liggen dan.
Ruimschoots op tijd arriveer ik op de parkeerplaats van de kliniek. Ik hoop een plekje te vinden. Vorige keer zette ik ‘m maar even op een parkeervak van de crisisdienst, maar dat kan ik niet doen voor langere tijd. Ik rijd de vakken langs en zie mijn geest al dwalen. Als het hier altijd zo krankzinnig druk is, kan dat tot problemen leiden. Ook op de niet-parkeervakken waar auto’s de doorgang niet belemmeren, staat het vol. Wat moet je dan nog? Ah, een gaatje. Da’s flink boffen. Ik tel mijn zegeningen vandaag maar eens.
Ik zoek de ingang en heb het mis. Het goede gebouw, verkeerde deur. Een aardige receptioniste wijst me de weg. Ik neem plaats in de gezellige verblijfsruimte van de unit. Er liggen hopeloze tijdschriften. Ik kijk maar eens rond op zoek naar een plekje voor een reclameposter met de promotiebabbels en de cover van mijn gedichtenbundel. Plek zat, is mijn conclusie. Dan nog een inkijkexemplaar bovenop die tijdschriften en wie weet levert ’t nog wat op.
Mensen zitten bij elkaar aan hoge tafels te praten. Groepsgenoten, neem ik aan. De overige aanwezigen zitten op de banken, ieder met een iPod, of Phone. Omdat ik geen horloge meer draag en ik toch wil weten hoe laat het is, haal ik ‘m er ook bij. Inmiddels ben ik de tijd vergeten. Ja, je kunt niet alles onthouden, toch?
Ik voel me volkomen op m’n gemak. Er gaan klapdeuren open vanuit een ander deel van de unit. Een klein, slank, jong ding met ernstig gebleekt haar, en een forsere, langere jongedame met een chagrijnige uitstraling, die er schuin achteraan komt, kijken mijn richting uit. Het kleintje vraagt met een sociale glimlach op haar lippen of ik mevrouw Prins ben. Nou, vooruit dan maar. Sandrina Girard, stelt ze zich voor. Daar was ik al op voorbereid. De forse tante blijkt een stagiaire. Haar naam heb ik niet verstaan en vind ik verder ook niet belangrijk.
Een van de eerste vragen die mij gesteld worden verbaasd me nogal. Of ik al een eerdere intake-gesprekken heb gehad? Zou ze dat niet moeten weten? Van schrik heb ik geen idee meer met wie en wanneer de eerdere gesprekken plaatsvonden. Ach ik sputter wat, maar het belangrijkste lijkt mij een bevestiging. Die geef ik haar dus.
Voorts heeft ze als ‘binnenkomer’ de bevestiging nodig van ons telefonisch contact omtrent de tijd van dit gesprek. Wil ze mij op m’n gemak stellen of is ze onzeker? Ik bevestig ook deze vraag en geef nog een korte toelichting over de reden van het verzetten van de afspraak naar een later moment. Een afspraak om tien uur zou betekenen dat ik twee uur moest overbruggen voor de eerste therapie begon. Dat maakt iets bij haar wakker. Of ik dacht vandaag te beginnen dan. Jazeker, daar was ik van overtuigd en met die pertinentie laat ik dat ook weten. Blijk ik het mis te hebben. De uitnodigingsbrief zit in mijn tas en haal ik meteen tevoorschijn. Shit, verkeerd gelezen. Alleen een intake wordt genoemd. Nou, ik heb meteen de pest in en niet zo’n klein beetje ook. En het wijkt gedurende het gesprek geen millimeter.
Tijdens het daadwerkelijke gesprek blijf ik de kalmte zelf. Ze weet dingen niet, die voor mij vanzelfsprekend zijn en waarvan ik denk, dat ze die hoort te weten. Bijvoorbeeld of de diagnose borderlinepersoonlijkheidsstoornis dertig jaar geleden al is gesteld. ‘Hallo, in die tijd mochten patiënten (want dat waren we toen nog) niet eens weten wat er voor diagnose aan hun problematiek gehangen werd. Bovendien heette toen zo’n beetje alles neurose, psychose of schizofrenie; fobie; anorexia en boulimie werden nog nauwelijks als ziekte erkent en herkent’. Er werden mij meerdere dingen gevraagd waarvan in dacht: ‘Meid, ik pak je zo in’.
Ik zie haar worstelen met de tijd en het eerder aangekondigde onderwerp, behandelvoorwaarden, komt helemaal niet aan bod. Of ik nog vragen heb, komt er nog tot slot. Ja nou! Wanneer kan ik starten, hoeveel mensen telt de groep, hoe werkt de groep en wat zijn de leeftijden. Nou, op de laatste vraag weet ze het antwoord: ‘tussen 18 en 65’. Dat vermoeden had ik al. Ja, nu moet de stagiaire geraadpleegd worden, of betrekt ze de stagiaire er tot slot nog even bij als blijk van…? Ik vul het maar niet in, maar het is opvallend. Nou, die forse meid redt het wel. Die laat zich de kaas niet van het brood eten. Haalt gewoon ongeïnteresseerd haar schouders op en voegt er als vanzelfsprekend nog aan toe, dat er ook eerst een behandelplan opgesteld moet worden. Mijn hemel, welke gegevens gebruiken ze daarvoor? Nou meissie, jou lust ik ook rauw als het erop aankomt, maar ik denk dat ik wel met je door een deur kan. Ach, met die kleine ook wel hoor, maar vandaag voel ik me schandalig superieur. Ik krijg alvast een hand voor we met elkaar naar de verblijfsruimte lopen, dan weten ze in elk geval zeker dat ik vertrek. Onderweg doet die kleine nog een deur open op zoek naar iemand die zou kunnen weten wanneer ik kan beginnen. Die is lunchen. Overmacht. Ze belt me zodra ze het weet. Ik vraag maar niet meer of ze kan inschatten wanneer dat telefoontje kan komen.
Het komt eind van de middag en begint hilarisch maar volgende week maandag, 28 november ‘11 kan ik dan echt starten.