Kut (excusé le mot), 29 maart 2012

03-08-2012 19:58

Zouden velen zeggen, zoals ik me nu voel.

Afgelopen nacht uit drie stevige nachtmerries ontwaakt. De laatste keer begeleidt met de tekst:‘Ik ben kapot!’ Wegwezen hier, onmiddellijk’, is mijn eerste reactie. En ik voel mij nog kapot, vijf uur later. Ze hebben zoveel invloed op me, die dromen. Ik kan ze allemaal herleiden tot gebeurtenissen uit mijn leven. Dat spookt maar rond en lijkt niet van plan zich ooit uit mij terug te trekken.

 

Na mijn haastige vertrek, rijd ik van hot naar her binnen Alphen. Op allerlei cruciale punten ligt Alphen op de schop. Ik laat me leiden door de omleidingsborden. Af en toe herken ik bepaalde punten. Mijn eerste doel bereik ik pas nadat ik er twee keer langs ben gereden; gewoon uit verwarring. Ik koop wolvilt om klaproosjes te maken. Ondertussen maak ik een opmerking over alle mooie kleuren en wijs daarbij het korenblauw aan. Ik vertrek met mooie kleuren groen en rood.

Op naar Intratuin voor dierenvoer. Ik loop toch ook maar even langs de meeste planten: het zegt me niets. Geen idee over wat er leuk staat bij elkaar in de bloempotten tussen ons en de buren. De buren waarmee we gebrouilleerd zijn. Tien jaar geleden brak het contact in duizenden scherven. Een contact zoals we nooit eerder hadden. Alsof we familie waren, zo goed. Door mij en de buurman ontstond er een conflict van jewelste en knalde de hele zaak. De nachtmerries spreken boekdelen.

 

Die plantjes moeten nog maar wachten dan. Voorheen was het Liefs’ taak en hobby om te tuinieren. Het interesseert haar niet meer en daar handelt ze naar. Maar wij hebben wel een afspraak met de buren (alles verloopt schriftelijk en werkt goed), dat we om het jaar voor de potten zorgen. Waarschijnlijk de belangrijkste reden, dat Lief het niet meer interesseert. Ze haat de buren en negeert alles. ‘Waar je niet over praat, is er niet’, is haar overtuiging. En die overtuiging is heel hardnekkig.

We hebben verantwoordelijkheden ten aanzien van de buren. Dat trek ik me aan en ik voel me verplicht die taak op me te nemen. Maar ik kan het niet. Niet nu. Ik ben te verward.

 

Even later, weer thuis, bedenk ik me weer iets dat ik vergeten ben. Korenblauw vilt heb ik nodig. Ik sprak zelfs nog over de kleur, maar het gaf geen enkele klik in m’n hoofd. Toch maar weer terug. Door alle afzettingen en omleidingen verdwaal ik in een hoek van Alphen waar ik nooit kom. Tom erbij gepakt, die er ook lang over doet om de juiste aanwijzingen te vinden.

Nog even naar Hoogvliet. Opnieuw gaat alles verward. De volgorde van de dingen ben ik volledig kwijt en doe steeds alles verkeerd. Brein slaapt diep. Al een langere tijd. En ik ga het niet redden zonder hem. Wil het ook niet zonder.

En dat op de dag waarop de Loesjes scheurkalender schreeuwt:

De dood

Dat is pas

Een reden

Om te genieten