Een gesprek, 6 september 2011

15-07-2012 12:19

Ongemerkt ben ik er toch weer ingelopen. Ik signaleerde het al eerder, maar deed er niets mee. Het voelde te goed en nu is het te laat. Aangeslagen ben ik, nu het nadert. Sterker nog, ik weiger het woord te gebruiken en laat het niet bestaan.

Angst nam de touwtjes in handen vanmorgen. Het verwarde me. Verstrikt in emoties en in taal. Ik voel me nietig en klein. Rechten worden mij ontnomen. De ander bedreigt mij. Ik ontwijk blikken en sputter maar wat. Vanbinnen val ik volledig stil. Alles trekt zich terug en laat mij zondermeer achter.

Even later, bij Hoogvliet, ben ik de kluts helemaal kwijt. Ik weet niet wat ik in mijn handen moet houden en wat ik in mijn tas kwijt wil. Ik houd alles stevig vast, bang om te verliezen. De volgorde van handelingen ben ik vergeten. Ik moet verward zijn over gekomen, bedenk ik me later pas. Levensmiddelen zeggen mij niets. Gelukkig heb ik een briefje. Ik kan wel lezen, maar de woorden wijzen niet rechtstreeks naar de producten. Kortsluiting. Ik zie zoveel bekends om me heen, maar er zit iets tussen mijzelf en de buitenwereld. Een dikke dempende laag. Ik kan alleen maar reiken. Deze toestand is mij erg bekend. Meer dan ik wil verdragen.

 

Kwijt

Er is iets

Weggeslagen

 

Een troef uit handen

Een brok uit de muur

De oevers van een rivier

De benen van een driehoek

 

Ik weet niet wat

Alleen

Dat het teveel moet zijn

 

(Marianne, maart 1984 Spoorloos Traject)

 

Maak een gratis website Webnode