De schroef, 16 september 2011
16-07-2012 18:33
Misschien een idee om de Sportstichting eens te benaderen. Ze zullen vast wel een nieuwsbrief uitgeven. Kan ik mezelf aanbieden als columnist. Want jullie zal ik onderhand wel vervelen met mijn zwembadavontuurtjes en denken: ‘Moet dat nou weer? Maar ja, ook jullie zullen ervan lusten’. Ik had er ook geen trek in vanmorgen, dus… Die twee andere ikken, of is het iks, werden lastig en drongen aan om te gaan.
Wil een van de lezers denken, dat het allemaal wel vanzelf gaat inmiddels: forget it! Wij moeten elkaar nog steeds moed in spreken, duwen, aanzwengelen en wat al niet meer om in het zwembad te komen. Weerstand genoeg. Het lunchzwemmen(LZ) sluit aan op het banenzwemmen(BZ). Eigengereid als ik ben ga ik een half uur voor het LZ en dus ook een half uur voor het beëindigen van het BZ. Ben benieuwd.
Au! Ik trap met mijn blote voet op iets hards en scherps, tijdens het omkleden. Ligt er een schroefje. Ik pak het op en ga als vanzelf op zoek naar het bijbehorende gaatje. Een gedragskantje dat mijn vader ook vertoonde. Ik loop alle bevestigingen in het hokje na. Geen gaatje te vinden. Ach, het is ook mijn zorg niet en ik heb toch geen schroevendraaier bij me. Ik leg het netjes op het bankje.
Na het debacle met het kluisnummer van de laatste keer, schrijf ik het nu toch maar weer op: 241. Ik weet het nu nog! Kun je nagaan.
Op naar het ‘buitenbad’. De overige badruimten zijn behoorlijk leeg. In het Doelgroepenbad huppelt een verscheidenheid aan piepeltjes rond met een drijfrol (je kent ze wel). Zie ik me toch ineens een hap zuurkool hangen! Niet normaal. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Nu begrijp ik de betekenis van die woordencombinatie pas. Een schriel mannetje (er wordt tenslotte ook ‘vrouwtje’ gezegd) met een enorm lange, drijfnatte, vies uitziende puntbaard duwt een drijfrol voort. Om te zien of dit wel klopt kijk ik het bad nog eens rond ter controle op meerdere mannen. En ja, dames en heren door elkaar. Ik kan er niks aandoen, maar het moet een man zijn. Vanaf de plek waar ik sta lijkt het Poedel wel. Poedel van Dam, een begrip in Alphen. Een oud-Alphense ‘dorpsgek’, hij heeft een paar jaar terug de geest gegeven. Het is niet anders. Ik loop door naar ‘mijn’ bad.
Ik glijd het bad in om tien over half twaalf. En ik heb toch zo geen zin! Helaas komt daar ook gedurende de komende drie kwartier geen verbetering in. Ik ben niet voldoende in het nu. Val niet met de mijnen samen. Spierpijn, ademhalingsproblemen, gebrek aan concentratie en verveling spelen me parten. Ik wou, dat ik een schroef had om mezelf voort te stuwen.
Er ‘huppelt’ een vreemde vogel door het bad. Dat kan, want het is hier slechts 1.30 meter diep. Zoals ik het zie, heeft hij de houding van Jezus aan het kruis. Ik heb de neiging om die man te gaan redden. Onmiddellijk flitst er door mijn hoofd ‘au secour, au secour. Dan denk ik altijd: ’in die tijd ben je toch allang verzopen’. ‘Help, Hellup!’ gaat een stuk sneller. Ik heb het niet bedacht, hoor. Als we elkaar naderen zie ik dat hij op z’n rug ‘zwemt’ en daarbij met zijn armen de zijkanten van het bad probeert te raken. De gek!
De tegels onder me zijn onveranderd vies. Bedekt met een algensluier, lijkt het. En rond de putjes… in elk geval flink zanderig. De rest zie ik gelukkig niet. Omdat ik me verveel zou ik de tegels kunnen tellen, als verzetje, maar doe het niet: ik mis er steeds enkele als ik bovenkom.
Ik vergeet uit te ademen. Lastig, als ik mijn gezicht uit het water ophef om in te ademen. Ehh… waar laat ik het? Ik moet door, dus dan maar niet. Volgende slag dan. Geen probleem. Het is gek, maar ik vergeet het nog een paar keer. Tot ik water in mijn luchtpijp krijg. Misschien maar een druppel, maar de hoestreflex blijft niet uit. Maar ik heb echt geen zin om te hoesten. Het komt gewoon niet uit. Het moet te onderdrukken zijn, denk ik. Levende standbeelden gaan ook niet staan kuchen, niezen en krabbelen. En ja, het lukt mij ook. Het was ook maar een ietsje pietsje.
Na elk baantje hang ik even aan de kant. Zo gaat de tijd ook voorbij, haha! Waarschijnlijk vind mijn lichaam het ook nodig, want ik begin steeds te gapen. Kon ik vroeger met skaten ook zo hebben. Als de groep stopte om te drinken, ging ik staan gapen.
De volgende golf water komt alweer binnen. Meteen raak, in het goede gat. Rechtstreeks mijn slokdarm in. En weg is het. Niet lekker, wel zo prettig.
Even kijken hoe laat het is. Ik zwem naar de kant waar de klok hangt. Hm, weer eens wat anders, zie ik de tegels overdwars. Beetje variatie is dus mogelijk. Kreunnn, ik moet nog zeker een dikke tien minuten. Nu ik het toch over tijd heb. Het viel wel op, de wisseling van BZ naar LZ. Gewoontemensen hè?
Nog een paar baantjes en ik vertrek richting douche. Het was echt niet leuk, maar ach, ik heb weer bewogen.
Irritant om te merken, dat ik het kluisnummer nog paraat heb. Stom geheugen! Heeft een eigen wil. Zo, nu nog een hokje zonder losse schroeven.
Van jongs af aan heb ik al een afkeer van natte vloeren onder mijn blote voeten. Kijk, een schroefje is niet erg, maar haren! Ik ga er bijna van over mijn nek. Of het in mijn eten zit! Met opzet laat ik mijn bril maar af, maar ondertussen sta ik wel met omhoog gebogen tenen op de buitenzijden van mijn voetzolen te wiebelen. Zo min mogelijk contact, is mijn streven. Al die ondefinieerbare dingetjes op de grond! Brrr…. Vandaag los ik het probleem als eerste uit de weg. Als mijn badgoed uit is (vooral niet mijn voetzolen raken aub), ga ik op een handdoek op het bankje zitten. Voeten drogen, en vooral schoonvegen en schoenen aan. De voetenhanddoek leg ik op de vloer. Het voelt meteen een stuk beter. Nu afdrogen en aankleden. Hierbij heb ik geen vaste volgorde. Ik blijk het vandaag wel erg mis te hebben. Mijn schoenen moeten nog door een aantal broekspijpen. En ik heb geen idee wat er inmiddels onder mijn schoenen kleeft. Dat komt dan in mijn kleding als ik niet heel voorzichtig doe. Het lijkt goed te gaan, op de laatste pijp van mijn legging na. Het zweet staat intussen alweer dik op mijn gezicht, dus weinig zin meer om weloverwogen iets te doen. Ik wil naar buiten! Ongeduld speelt me parten en mijn rechterschoen gaat onverbiddelijk langs de gehele binnenkant van mijn rechter broekspijp. Gadverdamme! Walging komt omhoog. Ik gris die vieze handdoek van de vloer en prop ‘m in een hoekje van mijn tas. Nu mijn badgoed nog in mijn badlaken rollen en wegwezen…
De walging zorgt ervoor, dat ook de rest van mijn dag niet op rolletjes loopt maar wel op losse schroeven staat. Niets is vanzelfsprekend. Waar ben ik nou helemaal zeker van? Vandaag zeker van viezigheid!