De appel valt... ,21 maart 2012

03-08-2012 10:45

‘Helaas’, is meteen mijn mening. Dat betreft dan mijn geval. Als kind durfde ik niets, behalve een aantal extreme zaken die vast nog weleens aan bod komen. Bang voor heel veel, vooral voor gewone dingen, die mijn leeftijdgenoten zich allang hadden eigengemaakt.

Ik heb het over de tijd waarop mijn leeftijdgenoten en ik zo’n acht jaar moeten zijn geweest.

Na het kotsten thuis, ging ik nog na kokhalsend naar school en hoopte ik betrokken te raken bij een verkeersongeluk, zodat ik weer naar huis kon. Ik keek wel uit om ook maar een kik over mijn angsten te geven, thuis. Als mijn broer, om niets, verrot gescholden werd, en aan zijn haren door het huis getrokken werd, onderwijl geschopt en gestompt door onze levensgrote vader, wat kon mij dan te wachten staan? Jammerend van ellende smeekte mijn broer om genade en beloofde mijn vader alle onderdanigheid, die hij maar verlangde. Mijn moeder stond erbij te gillen: olie op het vuur van pa. Ook zij kreeg dus de nodige slagen en stompen. En ik? Ik verstopte me. Op de wc of in mijn slaapkamer. Met mijn oren dichtgedrukt, snottebellen huilend alsof mijn hersenen eruit moesten, wachtte ik tot het over was.

 

Iedereen deed alsof er niets gebeurd was, naderhand. Mijn vader ging altijd weg, om af te koelen waarschijnlijk. Toen ik nog peuter was hoorde ik vanuit mijn ledikantje na heel veel lawaai en geschreeuw, de buitendeur hard dichtslaan. Dan wist ik dat mijn vader weg was. Het maakte me zo vreselijk bang. En met elke slag van de deur werd de angst groter, dat ik mijn vader nooit meer zou terugzien. Mijn moeder stelde mij gerust met steeds dezelfde smoes. Hij was in de kelder aan de solex van mijn moeder knutselen. Die smoes ging er heel lang in, maar het maakte de angst niet minder. Laat in de nacht hoorde ik de sleutels in het sleutelgat en werd ik rustiger. Dan pas kon ik me ontspannen en gaan slapen.

Ik was een vaderskindje en dacht zijn uitspattingen al op heel jonge leeftijd te begrijpen. Wat had ik een intens medelijden met alle drie. En ik? Ik had het vaak gedaan volgens mijn moeder. Want ik had nooit geboren moeten worden, dat had alle ellende veroorzaakt. Het deed pijn, ging heel diep en ik begreep het niet.

En nu? Denk ik nog beter te weten wat de reden was van de veelvuldige mishandelingen. Niet anders, maar gedetailleerder. Het zit in me, is een deel van mijn zijn geworden en bepaald mijn gedachten, emoties en vooral gedrag. Gedrag, dat ik heb leren beheersen (en waarvoor de prijs onnoemlijk hoog is). De gedachten en emoties zijn nog hetzelfde en zitten vlak onder de oppervlakte. Telkens slaat het toe en moet ik mezelf pijnigen om mijn beheersing te behouden. Een belangrijke reden van mijn isolerend gedrag, thuis.

De appel valt niet ver van de boom.