Afloop gesprekken, 2 februari 2012

02-08-2012 23:57

Afloop gesprekken

 

Afloop gesprekken 2 febr. 2012

Bernadette:

Bij aanvang van het gesprek wordt mij de verwijtende opmerking gemaakt, dat ik in de groep heb verteld dat het aan de groepsleden ligt, dat ik mijn schema’s niet kan inbrengen (verwijtend, niet objectief). Ik reageer onmiddellijk en kom sterk voor mezelf op. De toon is gezet voor het verloop van het gesprek. Bernadette krabbelt terug en zegt, dat ze het misschien wat kort door de bocht bracht (oke, ze mag zichzelf verdedigen). Vervolgens krijg ik te horen, dat ik Mindfullnes moet gaan doen om beter afstand te kunnen nemen van wat mijn schema’s triggert in de groep (???????)

Ik ga in verweer en laat weten dat ik daar niet voor kies. Wordt ook verdrietig en boos en reageer overeenkomstig, wat ze afdoet met:’Ja, dat is je boze kind, he?’, en veegt het van tafel. Mag dat dan niet, vraag ik me af? Mag mijn boze kind hier niet reageren? En misschien is het wel een heel gezonde volwassene die voelt, dat haar onrecht wordt aangedaan, of minimaal dat ze niet serieus genomen wordt.  

Vervolgens begint ze aan een opsomming doelen die ik ‘door mijn strot’ geduwd krijg zonder enig overleg en zonder vraag wat ik er van vind. Ik ervaar het als opdrachten die mij worden opgelegd omdat ze verder niets anders te bieden heeft. Met een rijtje doelen kan ze vanmiddag mooi tevoorschijn komen tijdens mijn evaluatie. Daarnaast kan ze laten weten, dat ik haar advies om mindfullnes heb afgewezen en ik vermoed, dat ze wel schermt met mijn modi in plaats van naar MIJ te hebben geluisterd.

De doelen bestaan uit: contacten in de buurt aangaan; mensen uitnodigen bij mij thuis en me bij een groep voegen in Alphen zodat ik van daar uit met mijn schema’s naar de groep kan komen en die dan kan inbrengen. Hierbij gaat ze volledig voorbij aan het isolement waar ik in zit. Deze doelen zijn niet haalbaar zonder een gezonde volwassene bij me te hebben en dat wil ik dus van hen leren. Het is de ongekeerde wereld.

Een ander doel: meer samen met Toos doen, kan ik beamen en aannemen. Daarnaast moet ik opmerkzamer zijn in mijn thuissituatie waar mijn schema’s ook getriggerd moeten worden. Daar zit wat in, maar gemiddeld zijn onze onderlinge verhoudingen dusdanig ingesteld, dat ik er als een aal tussendoor kan glippen. Bovendien heeft mijn partner het gedrag ontwikkeld, na dertig jaar samen, om er wel voor uit te kijken om mijn schema’s actief te laten worden.

 

Ondertussen merk ik, in mezelf, dat haar houding mij totaal niet bevalt. Ze praat hoofdzakelijk in zichzelf zonder mij te horen of aan te kijken, terwijl ze op een blanco blaadje de dingen voor zichzelf op een rijtje zet. De dingen zoals zij vindt dat het moet.

 

Algemene conclusie. Zij kan mijn pb’er niet zijn, als dit haar werkwijze is. Ze kan niet los van schema’s en modi denken en objectief denken/reageren.

 

Gesprek Sandrine:

Volkomen onduidelijk en vaag te noemen. Ik ervaar haar afwisselend als aanvallend en verdedigend. Zoals de wijze waarop zij mij laat weten, dat mijn hulpvraag om individuele psychotherapeutische steun niet gehonoreerd kan worden. Dit zegt ze met een dikke, gemaakte glimlach. Het komt zo onduidelijk over, dat ik nog moet navragen, wat niet kan.

Toelichting: direct nadat ik met veel moeite eruit gekregen heb en uitgelegd heb wat mijn hulpvraag is, is het enige dat zij doet met een dikke glimlach zeggen dat, dat dus niet kan, meteen overgaand op iets anders. Ik vraag dus wat niet kan, waarop zij laat weten of voor individuele of voor groepstherapie te moeten kiezen.

Het wordt niet eens overwogen of in beraad genomen, maar gewoon van tafel geveegd. En dat is dan degene, die ik bij het zoveelste intakegesprek vroeg hoe het in de groep werkte en het antwoord kreeg, met opnieuw die vreselijke glimlach, dat ze dat niet wist!!!

Ze raadt mij aan om maar mbt te gaan doen en geeft meteen aan waar ik daarover info kan vinden. Ik laat onmiddellijk weten mij daar allang in verdiept te hebben en bewust gekozen heb voor schematherapie vanwege de aandacht voor het kinddeel.

Ik voel nog steeds erg veel ontevredenheid over hoe de gesprekken verlopen en vraag haar rechtstreeks waaruit haar taak als hoofdbehandelaar bestaat. Het enige dat ze mij kan melden is dat zij meer het coördinerende papierwerk doet. Daarbij laat ze mij weten, dat het geen zin heeft om een andere hoofdbehandelaar te vragen (mijn interpretatie, en iets dat ik al in mijn brief gedaan heb). Verder meldt ze nog dat ze van meer mensen de hoofdbehandelaar is (dus?).

Ik geloof niets over wat ze verteld over haar taakinhoud en ik besluit het na te trekken bij een groepslid waar ik het telefoonnummer van heb. Vervolgens gaat ze maar over tot het bespreken van de medicatie.

 

Overigens vertellen beide therapeuten niet, dat ze inmiddels mijn brief hebben gelezen. En moet ik er nadrukkelijk naar vragen om het antwoord te krijgen, dat ‘ja’ luid.

 

Na de gesprekken ben ik boos, teleurgesteld en verdrietig. Ik vertrek met het zeker weten niet meer terug te komen. Met zulke behandelaars kan ik niet door een deur.

 

In de middag bel ik groepslid E. en vraag haar wat haar hoofdbehandelaar voor haar kan betekenen en doet. Waarop ze mijn vermoeden bevestigd, dat de hoofdbehandelaar juist iemand is, die dieper met jou op je schema’s ingaat.

 

Sandrina komt nu voor mij als leugenaar uit de bus, of als iemand die geen flauw benul heeft wat ze daar moet doen. Ik ben helemaal klaar met haar. Groepslid E. verteld ook nog dat de frequentie om de twee weken ligt, of afhankelijk van de behoefte. Mijn Sandrina, doet maar wat. Belt mij op als ze het vuur aan haar schenen voelt branden omdat ze zich in het team moet verantwoorden en maakt verder automatisch afspraken voor over zes weken.

 

 

Mijn eindconclusie:

Ze kunnen niet aan mijn hulpvraag voldoen en de vertrouwensbreuk vanuit mijn kant is zo groot, dat ik, wat ze ook nog mogen bedenken aan compromissen, niet meer met hen kan samenwerken. (terwijl ik niet eens scoor op het schema wantrouwen)